Time-Out tegen Pesten (voor sportclubs)

Jouw gedrag als sportbegeleider is van cruciaal belang voor een positief groepsklimaat. Als trainer heb je gezag. Kinderen en jongeren nemen heel wat van jouw gedrag over. Door alles wat je doet (of niet doet), beïnvloed je (soms onbewust) het groepsklimaat. Eens stilstaan bij hoe jij omgaat met jouw groep kan dus erg nuttig zijn. 

Hieronder alvast een checklist om je daarbij te helpen.

CHECK?
1.We bieden een goede mix van samenwerking en competitie
We hebben oog voor variatie in de spelen, want louter competitieve spelen kunnen pesten in de hand werken. Samenwerkingsspelen of niet-competitieve spelen kunnen een leuk alternatief bieden waarbij we oog hebben voor ieders talent.
2.We brengen variatie in het aanbod.
We brengen variatie in het sportaanbod. Zo komt ieders talent aan bod en verkleinen we de kans op verveling en frustratie waaruit pestgedrag kan ontstaan.
3.We wisselen regelmatig van groep.
We hebben oog voor spelletjes waarbij sporters regelmatig afwisselen van partner of kleiner groepje. Dit vermijdt de vorming van kliekjes en verhoogt een positieve groepssfeer. We gebruiken groepsverdelers om teams op een originele manier in te delen.
4.We hebben oog voor het groepsproces.
We werken aan een goede sfeer, want elke groep maakt een proces van groepsvorming door. Een leuke teambuilding of ontspannende activiteit buiten de training kan de groep versterken. Tijd maken voor nieuwe leden is belangrijk voor de integratie.
Bij een volledig nieuwe groep (begin sportseizoen, sportkamp…) zorgt een kennismaking voor een positieve start.
5.We geven complimenten.
We zetten elkaar regelmatig in de bloemetjes. Kinderen positief bevestigen kan wonderen doen. Ook de groep heeft regelmatig positieve aanmoediging nodig.
6.We geven iedereen inspraak.
We geven de sporters inspraak in de trainingen, de geldende afspraken… Dat verhoogt de betrokkenheid, het spelplezier en de naleving van de afspraken.
7.Goede afspraken maken goede vrienden.
We zorgen voor duidelijke en heldere afspraken die voor iedereen op dezelfde manier gelden en nageleefd worden.
8.We nemen onze verantwoordelijkheid.
We vragen aan iedereen om betrokken te zijn en zijn/haar rol mee op te nemen en te vervullen. Samen ruimen we op, zetten we materiaal klaar.
9.We zoeken samen naar oplossingen.
Bij een probleem zoeken we samen met de sporters naar oplossingen en/of maken we goede afspraken over volgende stappen. Bij een ruzie of kleinere conflicten kan je sporters aanmoedigen om het zelf (onderling) bij te leggen.
10.We hebben een voorbeeldrol.
Wij hebben een voorbeeldrol. Dit betekent dat we pesten kunnen bevestigen door niet te reageren of pesten juist stoppen door op een goede manier tussen te komen. Als we zien dat grenzen overtreden worden, keuren we gedrag af, niet de persoon: “Dit zeg of doe je niet. Punt.”
11.We nemen actie.
Bij pesten grijpen we zo snel als mogelijk in.
12.We evalueren.
We evalueren de trainingen/sportlessen in groep samen met de kinderen. We evalueren ook in de sportclub de eigen werking, activiteiten en begeleidershouding: wat willen we behouden? Wat willen we anders? Hoe gaan we dit doen?