Omgaan met kinderen die pesten

Pesten is aangeleerd gedrag. Als kinderen anderen pesten, kunnen ze dat gedrag dus ook weer wijzigen. Door pesten als aangeleerd gedrag te zien, geef je kinderen de mogelijkheid om te veranderen. Want het leven van kinderen is ingewikkeld: nu eens anderen pesten, dan weer gepest worden en vaak toekijken hoe het gebeurt.

Het is belangrijk om de situatie te zien als een leerkans. Geloof in het vermogen van je kind om te leren en te veranderen. Kinderen die anderen kwetsen, ook onrechtstreeks, moeten daarvoor wel de verantwoordelijkheid opnemen. Ze kunnen stappen zetten om de aangerichte schade te herstellen en zo de gevolgen van hun gedrag op zich nemen.

Toon als ouder hoe je kind gezonde contacten en relaties kan aangaan en een positief lid van de samenleving kan worden, of zelfs een positieve leider en een medestander. Leer je kind omgaan met iedereen en verschillen aanvaarden.

Wat kunnen ouders doen?

  • Toon je bezorgdheid als ouder over het gedrag van je kind, maar wijs je kind niet af.
  • Probeer een voorbeeld te zijn van respectvol en weerbaar gedrag. Je agressief opstellen zal heel waarschijnlijk averechts uitpakken en vijandigheid en weerstand opwekken. Je kind zou ook bang kunnen worden en zich in zichzelf terugtrekken.
  • Luister aandachtig naar de beschrijving die je kind geeft van de voorvallen. Benoem het gedrag duidelijk als pesten.
  • Ga in tegen pogingen van je kind om het gedrag uit te leggen of te verantwoorden (bijvoorbeeld, “Het was maar voor de grap”). Zeg duidelijk dat zo’n gedrag niet aanvaardbaar is en benadruk de schadelijke gevolgen ervan.
  • Help je kind om in te zien wat de gevolgen zijn van pestgedrag. Beschrijf de pijn van het kind dat hij of zij pest of gepest heeft.
  • Moedig je kind aan om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar gedrag en de gevolgen ervan.
  • Maak het onderscheid tussen het pestgedrag van je kind en je kind zelf. Laat duidelijk verstaan dat het gedrag niet kan, maar zonder je kind te beledigen of af te wijzen.
  • Probeer je kind niet als ‘pestkop’ te bestempelen. Gebruik een taal die vooral het gedrag benoemt en benadrukt. Laat je kind merken dat je gelooft in zijn mogelijkheid om na te denken, te leren, te groeien en te veranderen.
  • Moedig je kind aan om keuzes te maken. Laat het ideeën en strategieën bedenken om een einde te maken aan de pestsituatie.
  • Laat je kind nadenken over en toewerken naar een vorm van herstel, als daar een kans is. Hou dan zeker rekening met het kind dat gepest werd, om niet nog meer schade aan te richten.
  • Zorg ervoor dat je kind ten volle de gevolgen van zijn gedrag begrijpt.
  • Help je kind een verantwoordelijkheidsgevoel te ontwikkelen en leer hem/haar/hen zich in anderen in te leven.
  • Help je kind de nodige vaardigheden te ontwikkelen, waardoor het zonder pesten kan. Zoek hiervoor eventueel ondersteuning.

Neem zeker een kijkje op het vormingsaanbod van onze partners om te kijken hoe jij jezelf en je gezin kan sterken tegen pesten.